Wat als u parkeerbelasting niet zichtbaar bij uw auto voldoet?

In de meeste steden in Nederland dient u op bepaalde plaatsen parkeerbelasting te betalen. Dat kan meestal op verschillende manieren. Daarbij is niet vereist dat u deze belasting moet voldoen als u zichtbaar aanwezig bent in of bij uw auto.

Parkeerbelasting betalen

Geld

Als u parkeerbelasting moet betalen, moet dit direct bij aanvang van het parkeren. U moet hier ‘onverwijld en ononderbroken’ de vereiste handelingen voor verrichten. Daarbij heeft u echter wel in redelijkheid de tijd om deze handelingen te verrichten.

Parkeerapp

In een zaak bij het gerechtshof Den Haag had een automobilist de verschuldigde parkeerbelasting willen betalen via een parkeerapp. Bij aankomst op zijn bestemming lukte dit niet direct vanuit zijn auto. De man liep daarom naar het kantoor waar hij zijn moest, zo’n 70 meter verderop, en betaalde van hieruit twee minuten later de verschuldigde parkeerbelasting. Inmiddels was echter al een naheffing parkeerbelasting opgelegd.

Zichtbaar bij de auto?

De ambtenaar van de gemeente was van mening dat hiermee de vereiste handelingen niet onverwijld en ononderbroken waren verricht. De man was tijdens de controle immers niet waargenomen door de controleurs. De rechtbank en ook het Hof dachten hier anders over. Dat de man naar het kantoor was gegaan en hier vandaan in de gaten gehouden zou hebben wanneer er een parkeercontrole volgde om dan pas via de app te betalen, werd onwaarschijnlijk geacht. De naheffing kwam dan ook te vervallen. Ook moest er bijna € 1.000 aan griffierecht en proceskosten worden vergoed.

Posted in Niet gecategoriseerd

Dringende reden is cruciaal bij ontslag op staande voet

Dat een ontslag op staande voet soms een te vergaande maatregel is, bleek zelfs onlangs in een zaak waarbij een verslaafde werknemer had gelogen en afspraken had verzuimd na te komen. De werkgever had in deze situatie geen dringende reden tot ontslag, aldus de rechter.

Verslaafde werknemer

Juridisch

Een werknemer die kampte met een alcoholverslaving meldde zich na verloop van tijd ziek bij zijn werkgever. Hij zou hiervoor een traject bij een in verslaving gespecialiseerde organisatie gaan volgen. Bij zijn werkgever had de werknemer aangegeven dat hij een intakegesprek had gevoerd met die organisatie, maar dat hij niet in aanmerking kwam voor een behandeling. 

Uiteindelijk bleek bij navraag dat de werknemer gelogen had en dat hij nooit een intakegesprek had gevoerd. Het intakegesprek was zelfs tot driemaal toe niet doorgegaan, omdat de werknemer geen verwijzing had geregeld of ‘zonder geldige reden’ zou zijn weggebleven. Daarnaast was de werknemer ook niet komen opdagen bij een consult bij de bedrijfsarts en bij een gesprek met een arbeidsdeskundige. 

Dringende reden?

Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad geldt voor de situatie waarin een werknemer ziek is en volgens de werkgever niet aan de controlevoorschriften voldoet, dit in beginsel geen dringende reden kan opleveren. Daarvan kan echter wel sprake zijn als er bijkomende omstandighedenzijn. De werkgever was van mening dat dit hier aan de orde was.

Hij nam het de werknemer kwalijk dat hij niet eerlijk was geweest en zijn re-integratie vertraagde. De werknemer daarentegen gaf aan dat hij het re-integratietraject niet in wilde gaan, omdat hij een maand van huis zou zijn en zelf de kosten zou moeten dragen. De werkgever gaf aan dat hij door zijn handelwijze nu geruime tijd thuis was gebleven, zonder dat er een tegenprestatie tegenover stond. De collega’s gaven wel aan dat ze merkten dat de werknemer er niet goed uitzag en niet uit zijn woorden kon komen.

Geen loonstop maar ontslag

De werkgever wilde aanvankelijk alleen een loonstop doorvoeren, maar koos uiteindelijk na enige weken toch voor een ontslag op staande voet.  

Zorgplicht bij ziekte

De kantonrechter vond dat de werkgever een te vergaande maatregel had toegepast door hem op staande voet te ontslaan. Bij problematiek rondom ziekte heeft een werkgever een zwaardere zorgplicht richting een werknemer. Er was in casu geen sprake van een dringende reden. De juiste maatregel zou zijn geweest om het loon op te schorten. 

Schadevergoeding

Aangezien de werknemer heeft berust in de beëindiging van het dienstverband, heeft de kantonrechter zich desgevraagd alleen uitgelaten over de verzochte vergoedingen en aan hem een brutovergoeding van zo’n € 11.155, vermeerderd met rente toegekend als zogenaamde gefixeerde schadevergoeding. Dit is gelijk aan de reguliere voor hem geldende opzegtermijn van drie maanden, die niet in acht is genomen. Daarnaast krijgt hij tevens een transitievergoeding, omdat er geen sprake is van ‘ernstig verwijtbaar handelen’. De verzochte billijke vergoeding wordt bepaald op nihil.

Posted in Niet gecategoriseerd